De
trolleybus in Brussel
de
trolleybus
In de jaren 1930 werd het idee van een trolleybuslijn in Brussel aanvaard. Rond 1936 werd door de brusselse vervoermaatschappij van die tijd besloten een nieuwe lijn tussen het centrum van Vorst en Luxemburgplein in dienst te stellen. Dit project bestond al sinds het begin van de eeuw. Nadat men het traject besloten had, kwam een probleem aan het licht, namelijk het vervoersmiddel. Op een zware en bochtige rit lagen enkele moeilijkheden : een lage spoorwegbrug aan het station Vorst-Oost, een 8 procent helling tussen het centrum en het hoogte punt van Vorst, en ook enkele nauwe straten in Elsene. Dus moest het verkeersmiddel soepel, krachtig, goedkoop en eenvoudig uit te baten zijn. Zo soepel waren de trams niet en dus werd dit systeem niet voor deze lijn ontworpen. Wat de bus betreft moesten zeer krachtige motoren gebruikt worden, om de hellingen boven aan te kunnen. Dergelijke motoren waren nauwelijks nuttig voor de andere delen van de lijn. Dus werd besloten, de lijn met trolleybussen uit te baten.
Trolleybus 6002 komt aan op Luxemburgplein in 1939. Dit voertuig komt uit de eerste reeks van 7 voertuigen, in dienst voor de opening van de lijn. Hier in oorsprongtoestand
Nu waren de verschillende vergunningen van de autoriteiten nodig. Dit project wordt op 23 maart 1938 door de provincië goedgekeurd. De bovenleidingen worden tijdens de tweede semester 1938 geïnstallerd en ten slotte wordt de lijn 54 doorstreept VORST - JANSONPL. - LUXEMBURG op 18 april 1939 in dienst gesteld.
"54
Machelen – Luxemburg – Vorst"
De 'Tramways Bruxellois' besloten ook het trolleybussysteem op de toekomstige lijn Luxemburg - Haren - Machelen te gebruiken. Deze lijn werd als verlenging van de eerste lijn beschouwd. Dit nieuw project werd een maand na de eerste lijn door de provincië goedgekeurd. De bovenleidingen werden in het begin van het jaar 1939 naar Machelen geïnstalleerd en de verlenging naar Machelen op 30 mei van hetzelfde jaar in dienst gesteld.
Een trolleybus van de tweede reeks (6008-6012) wacht op zijn vertrek aan het eindpunt Sint-Denijsplein in Vorst. Deze reeks wordt kort na de eerste in dienst gesteld. Enkele verschillen ontstaan al ivm de voertuigen van de eerste reeks.
De trolleybussen reden op de volgende rit : Vorst (Sint-Denijsplein), Jean-Baptiste Van Péstraat, Victor Rousseaulaan, Jupiterlaan, Besmelaan, Albertplein, Krommestraat (akt. Arthur Diderichstraat), Antoine Bréartstraat, Morisstraat, Paul Jansonplein, Waterleidingstraat, Afrikaansestraat, Drievuldigheidsvoorplein, Bailjuwstraat, Lesbroussartstraat, Kluisstraat (akt. P. Spaakstraat), Verlaatstraat, Gewijdeboomstraat, Mercelisstraat, Fernand Cocqplein, Elsensesteenweg, Vredestraat, Dublinstraat, Londenplein, Carolystraat, Maria van Bourgondiestraat, Luxemburgstraat, Luxemburgplein, Trierstraat, Toulousestraat, Etterbeeksesteenweg, Livingstonestraat, Stevinstraat, Karel Martelstraat, Ambiorixsquare, Brabançonnelaan, Daillyplein, Daillylaan, Joseph Coosemansstraat, Chazallaan, Charles Gilisquetlaan, Hendrik Consciencelaan, Parijsstraat, Vredeplein, Edouard De Kosterlaan, Sint-Vincentiusstraat, Sint-Vincentiusplein, Laurent Vandenhovenstraat, Verdunstraat, Budasesteenweg, Rijkswachtstraat (akt. P. Schroonsstraat en H. Brounsstraat. H. Brounsstraat wordt door de aanleg van de Ring kort omgeleden) en Corneille Pietersstraat. Het eindpunt in Machelen bevond zich rond de Sint-Gertrudiskerk.