De brusselse trolleybus - technische gegevens  

 

24 voertuigen hebben deze lijn doorkruist. Ze maken deel uit van 4 verschillende reeksen :

-         van 6001 tot 6007, in 1939 in dienst gesteld

-         van 6008 tot 6012, tussen 1940 en 1941 in dienst gesteld

-         van 6013 tot 6022, tussen 1945 en 1946 in dienst gesteld

-         de 6023 en 6024, in 1956 en 1957 in dienst gesteld

 

De chassis werden door Brossel gemaakt, de carrosserie door Paul D'Heure, en de elektrische uitrusting werd door ACEC geleverd.

- De voertuigen van de eerste reeks waren door een radiatorrooster en door grote afschermplaten aan de achterwielen herkenbaar.  De zijfilms waren kleiner en bevonden zich boven de deuren.

 

- De voertuigen van de tweede reeks hadden geen radiatorrooster meer en de zijfilms waren een beetje langer.

 

- Met de derde reeks herkent men het voertuig in zijn bekende vorm : de enige zijfilms bevonden zich in het achterdeel, boven de zetel van de conducteur. De afschermplaten bestonden niet meer.

 

De trolleybus 6021 onder de oude spoorwegbrug in Vorst-Oost, tussen 1946 en 1949. De trolleybussen van de derde reeks worden kort na de tweede wereldoorlog in dienst gesteld.  Hier herkent men de typische vorm van de brusselse trolleybus, later door andere reeksen overgenomen.

Alle deze verschillen verdwenen langzaamerhand, om een homogene wagenpark te krijgen.

- In de jaren 1950 werden de laatste twee voertuigen totaal in de werkplaatsen van de MIVB herstelligd, er werd vooral veel aan de carrosserie gewerkt.

 

Technische gegevens van de brusselse trolleybus :

- Lengte 10 meter,

- Breedte 2,35 meter,

- Wielbasis 4,85 meter,

- Motor compound ACEC 67/171 107 PK op 970 t/m,

- Bediening door Controller, gebruikt voor de snelheidscontrole,

- rheostatische en Luchtdienstremmen, mechanische Parkeerrem.

 

Het interieur van de voertuigen wordt door de stijl van die tijd ingericht : 36 zitplaatsen - allen in rijrichting - uit 2 rijen van 9 dubbelbanken door een middelgang gedeeld. In de nog beschikbare ruimte stonden nog 30 staanplaatsen. Na de tweede wereldoorlog en de plaatsing van de conducteurszetel werd een bewegingsrichting ingevoerd : instappen aan de voordeur, uitstappen door de achterdeur.

De trolleybus 6023 in zijn volle pracht. Deze voertuig maakt deel uit de laatste twee wagens die in de jaren 50 in de werkplaatsen van de MIVB hergesteld worden. Deze voertuig wordt in het museum van het stedelijke vervoer in Brussel bewaard. MSVB 3/3/2002

Er moet nog vastgesteld worden dat de voertuigen met een railgeleider ingericht werden. Het is een geleider, die in de rails konden blijven liggen. Met dit systeem kan de trolleybus langs tramlijnen rijden. Uit veiligheidsredenen werd deze geleider alleen voor heen- en terugritten naar de stelplaats gebruikt, zonder passagiers. Een agent moest voor de perfecte positionering van de geleider in de rails zorgen. Ingeval de geleider uit de rail ging, had de voertuig geen minuspool meer. Moeilijke punten waren natuurlijk kruisingen of wissels.

 

De trolleybus in situatie 'met de geleider' : een trolleystang wordt niet gebruikt en de geleider glijdt in de rails. De achterdeur is geopend om de positionering van de geleider te controleren. Paleizenplein, 21/7/1985  (Foto R. Stevens)

Men moet ook niet vergeten, dat de laatste 16 voertuigen over een reeks van accus beschikten. Zo kon een voertuig overal zonder bovenleiding manoeuvreren (b.v. om zich te omkeren)

terug naar hoofdmenu